MEDIATION
  

Blogs


Terug naar overzicht

15-12-2017

De nieuwe gemeenschap van goederen

Vanaf 1 januari 2018 geldt een nieuwe wet die regelt hoe de goederen en schulden verdeeld moeten worden bij het aangaan en ontbinden van een huwelijk. Iedereen is wel bekend met de begrippen gemeenschap van goederen en huwelijkse voorwaarden. Aan het eerste begrip wordt nu gesleuteld.

Tot 1 januari 2018 betekent een gemeenschap van goederen dat álles gedeeld is tussen echtgenoten, behalve schenkingen en erfenissen die nadrukkelijk buiten een gemeenschap van goederen blijven. Straks is dit anders. Welke punten zullen veranderen?

De wetgever stelt in het nieuwe artikel 1:94 lid 2 BW dat de gemeenschap qua baten alles omvat wat echtgenoten samen in eigendom hadden en alles dat zij na de huwelijkssluiting samen aanschaffen. Als een goed wordt gekocht met onder uitsluiting verkregen geld, dan kan dit niet aan de andere echtgenoot toe gaan behoren. Dit is anders dan de huidige gemeenschap van goederen, waarbij alles gezamenlijk wordt na de huwelijkssluiting.

Stel: de vrouw krijgt een erfenis onder uitsluiting van elke gemeenschap van goederen. Dan heeft de man geen recht op dit geld. Als de vrouw besluit een huis te kopen, waar zij samen in gaan wonen, dan blijft de woning volledig aan de vrouw toebehoren. De man kan hier geen aanspraak op maken.

Is dit een wijziging van de wijze van afwikkeling? Eigenlijk niet. Ook nu, als de vrouw zou erven onder uitsluiting, valt dit goed niet in de gemeenschap. De wet is wel duidelijker: ook de vruchten van dit huis kunnen niet in de gemeenschap vallen. Stel dat de vrouw het huis later verkoopt met een overwaarde van een ton. Deze investeert zij in een nieuw huis, dat wel gezamenlijk wordt aangeschaft. Als bij echtscheiding de woning verkocht moet worden, dan krijgt de vrouw de helft van de over (- of onderwaarde!) toebedeeld, plus het deel uit de erfenis dat zij geïnvesteerd heeft. Bij een 'normale' gemeenschap van goederen is nog maar de vraag of dit zal gebeuren. De tijd moet leren of dit onderdeel wezenlijk anders is dan hetgeen nu gebruikelijk is.

Wat belangrijk is, en blijft!, is dat u goed administreert. Als advocaat zie ik veel cliënten die op papier een goede en solide aanspraak hebben op een deel uit de gemeenschap. Door een gebrek aan goede administratie, kan die aanspraak zomaar voor de helft toevallen aan de toekomstig ex-echtgenoot. Advocaten kunnen geen wonderen verrichten, maar als u alles goed bijhoudt, komen wij een heel eind!

Het lijkt alsof er maar weinig verandert met de nieuwe wet. Het venijn zit hem normaal in de staart, maar nu in de inleiding: alleen hetgeen echtgenoten samen hadden voor het huwelijk, valt in de gemeenschap. Als de vrouw een studieschuld heeft voorafgaand aan de huwelijkssluiting, dan valt deze niet in de gemeenschap. Als de man een onderneming heeft voorafgaand aan de huwelijkssluiting, dan valt de waarde hiervan niet in de gemeenschap.

Dit laatste punt zal zeker voor interessante discussies gaan zorgen. In de aangepaste artikelen staat dat wél een vergoeding gekoppeld kan worden aan kennis, vaardigheden en arbeid die ten behoeve van deze onderneming zijn aangewend (art. 1:95a lid 1 BW). Dit dan alleen als deze vergoeding niet op een andere wijze ten bate van echtgenoten is gekomen. Als dit in begrijpelijke taal geformuleerd  zou moeten worden, dan lijkt het erop dat de ondernemende echtgenoot bij scheiding wellicht een deel goodwill zal moeten uitkeren aan de andere echtgenoot indien geen partneralimentatie van toepassing is. Wellicht zit ik ernaast, maar het lijkt toch op een mogelijkheid tot het verrekenen van een vermogensbestanddeel dat krachtens de beperkte gemeenschap uitgesloten zou worden...

Concluderend kan ik stellen dat het lijkt alsof er een handreiking is gedaan naar de jongere generaties, die gewend zijn beiden inkomen te hebben en wellicht beiden een studieschuld, die wel een eigen leven willen leiden naast het gezamenlijke leven, en zonder al teveel poespas risico's willen en durven nemen met ondernemingen. Althans, tot er kinderen komen wellicht. Dan is een 'oud' stelsel waarbij alles gedeeld is, zo gek nog niet. De tijd zal leren of deze wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek tot een verbetering leiden, en tot een beter gevoel van rechtvaardigheid.



Terug naar overzicht