MEDIATION
  

Blogs


Terug naar overzicht

01-09-2016

Oorlog is geluk hebben, net als voetbal

Twee weken geleden schreef ik al onder mijn persoonlijke overwegingen, over mijn strafpiket. Blijkbaar spreekt het strafpiket nogal tot de verbeelding. Vandaag deel ik graag een ervaring met een aangenamer karakter dan de speed-cliënt.

Ik draai dinsdagpiket van half twee tot acht. Dat is geen druk piket, op dinsdag zitten de meeste mensen netjes binnen en is er geen sprake van feestjes met mishandelingen, burenruzies (het was niet warm genoeg voor barbecue-dampen) of het oprollen van hennepkwekerijen. Als er al een melding komt, dan is het voor winkeldiefstal.

Zo ook in het geval van de heer C. Ik vertrek naar het bureau, waar ik de heer C. vrij snel voor mij krijg. Een aardige man, die vriendelijk oogt. Ik leg hem uit waar ik voor kom, dat ik rechtsbijstand kom verlenen omdat hij is aangehouden. Dat hij mij niets hoeft te vertellen, maar het mag wel.Dat hij niet de waarheid hoeft te vertellen, maar ook dat mag wel. Het komt namelijk vaak genoeg voor dat bij de eerste ontmoeting een draai aan de feiten wordt gegeven, maar daar kijk ik eigenlijk niet meer van op.

Hij begint te vertellen over zijn aanhouding. Hij spreekt wel een beetje gebroken Nederlands, maar het komt erop neer dat er bij het afrekenen iets mis is gegaan. De jonge caissière vond dat de heer C. niet alles op de band had gelegd, terwijl de heer C. duidelijk aangaf dat er nog wat afgerekend moest worden. Het heeft alle schijn van een misverstand. Ik spreek nog wat met hem over zijn persoonlijke omstandigheden. Dan vertelt hij mij, dat hij de ergste dingen in een burgeroorlog heeft gezien.

Hij zegt dat oorlog geluk hebben is, net als voetbal. De man naast hem kreeg een kogel in zijn nek, zijn nek werd gemist. Dat hij vervolgens over de dode mensen heen heeft moeten lopen, is dan bijzaak.

Ik slik even, want ik voel toch dat dit bij mij binnen komt. Ik sta even stil bij de rijkdom die wij hier hebben, dat wij deze zorg niet hoeven te hebben. En ik vind het knap dat de heer C. alle zorg voor zijn gezin op zich neemt, omdat zijn vrouw té getraumatiseerd is. Dat zeg ik hem ook, want ook is het voor mij mijn werk, voor een persoonlijke noot mag altijd ruimte zijn. Al snel praten we weer over zijn rechten als verdachte, en over hoe hij wat mij betreft het verhoor in zou moeten gaan. Het is een prima gesprek, al is mij wel duidelijk dat de heer C. het zwaar heeft.

We gaan het verhoor in, en dan wordt duidelijk dat inderdaad sprake lijkt te zijn van een verwarring. De heer C. word dezelfde avond nog vrijgelaten. De volgende ochtend belt hij mij. Hij vraagt of hij langs mag komen, want hij wil graag een cadeau brengen omdat hij zich zo goed gesteund voelt door mij. Ik zeg hem dat het niet hoeft, maar dat ik hem alle sterkte toewens. Hoewel ik zelf in de piketfase op juridisch vlak niet bijster veel heb gedaan, kijk ik met tevredenheid op deze melding terug. Ik heb een mens ontmoet met veel nare ervaringen, die hier in Nederland enorm zijn best doet. En daar geef ik in stilte een applaus voor. Wat die medaille van 'vluchtelingen' heeft twee kanten, uit welke oorlog mensen ook komen en wat hun reden voor de vlucht ook is geweest.



Terug naar overzicht